DIENSTEN

Strafrecht / Algemeen

 

Wij hebben veel ervaring en expertise in het verdedigen van cliënten die strafrechtelijk vervolgd worden. Het strafrecht is een uniek rechtsgebied omdat het gaat om zaken tussen een verdachte en de samenleving, in plaats van alleen tussen een verdachte en een slachtoffer. Onze advocaat vertegenwoordigt de verdachten in de rechtszaal en biedt hen gedurende het hele proces juridische bijstand, of ze nu door de staat gefinancierde rechtsbijstand ontvangen of zelf voor onze diensten betalen.

 

Wij kunnen u in verschillende situaties helpen, bijvoorbeeld als u bent gedagvaard voor de rechter, een last onder dwangsom heeft gekregen waar u het niet mee eens bent of als u hulp nodig heeft bij het verkrijgen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Ook als u of iemand die u kent veroordeeld is voor een strafbaar feit en in hoger beroep wil gaan, of als u hulp nodig heeft bij het terugkrijgen van uw in beslag genomen goederen of rijbewijs. Daarnaast kunnen we u helpen bij het claimen van schadevergoeding voor de tijd die u in detentie doorbrengt en juridische begeleiding bieden als u momenteel in detentie zit en uw rechten wilt weten.

In sommige gevallen kan de politie u dagvaarden om op het politiebureau te verschijnen omdat zij u verdenken van een strafbaar feit. U bent niet verplicht om te verschijnen, maar als u dat niet doet, kunnen ze u op een later tijdstip alsnog arresteren.

 

Als u vragen heeft over uw rechten en plichten, kunt u altijd contact met ons opnemen. Samen met u bespreken we de mogelijkheden en bepalen we wat u het beste kunt doen.

Sinds enkele jaren is het Openbaar Ministerie bevoegd om u als verdachte een last onder dwangsom op te leggen. Dit betekent dat er een straf aan u wordt opgelegd zonder tussenkomst van een rechter in uw zaak. U kunt dan niet worden veroordeeld tot een vrijheidsstraf, zoals gevangenisstraf, maar u kunt wel een boete of taakstraf krijgen.

 

In sommige gevallen kan een (T)OM-hoorzitting voorafgaan aan het uitvaardigen van een last onder dwangsom, maar niet altijd. Als u het niet eens bent met de beschikking, kunt u hiertegen bezwaar maken. Dit betekent dat u de last onder dwangsom aanvecht. U moet dit wel doen binnen veertien dagen na ontvangst van de last onder dwangsom. Heeft u een last onder dwangsom gekregen en bent u het daar niet mee eens, neem dan zo spoedig mogelijk contact met ons op om te bespreken hoe wij u kunnen helpen.

Bij lichtere vergrijpen kan de officier van justitie besluiten om een minderjarige niet naar de kinderrechter te sturen maar zelf met de minderjarige en zijn ouder(s) of voogd in gesprek te gaan over het strafbare feit en de straf die daarvoor aldus de officier van justitie passend is. Dit gebeurt tijdens een zogeheten OM-zitting. De ouder(s) of voogd krijgen/krijgt hiervoor ook een uitnodiging van de officier van justitie. Uw minderjarige heeft recht op gratis rechtsbijstand van een advocaat ter voorbereiding van de zitting en voor het bijwonen van de zitting.

 

Tijdens de OM-zitting doet de officier van justitie een aanbod wat indien dit wordt geaccepteerd mee brengt dat de zaak niet wordt doorgestuurd naar de kinderrechter. De advocaat zal met u en uw minderjarige bekijken of het aanbod een goed aanbod is. Als uw minderjarige niets gedaan heeft en de advocaat bij de kinderrechter een vrijspraak verwacht dan is het natuurlijk niet wijs om een aanbod te accepteren.

 

Wordt het aanbod geaccepteerd dan wordt dit geregistreerd in de justitiële documentatie van de minderjarige. Deze justitiële documentatie wordt in de volksmond ook wel strafblad genoemd. Zo’n registratie kan problemen opleveren bij het verkrijgen van een verklaring omtrent gedrag. Het is dan ook verstandig om voorafgaand aan de OM-zitting een advocaat te raadplegen. Het gebeurt met enige regelmaat dat het een advocaat lukt om alsnog de zaak geseponeerd te krijgen of dat het voorstel van de officier van justitie na tussenkomst van een advocaat voor het kind er ineens een stuk beter uitziet.

 

Heeft u of heeft uw zoon of dochter een oproeping ontvangen of heeft u of uw zoon of dochter een strafvoorstel van de officier van justitie geaccepteerd en bent u het er toch niet mee eens, neem dan contact op met ons om te bekijken welke mogelijkheden u nog heeft.

Een dagvaarding is een officiële oproep om voor de kinderrechter te verschijnen bij de rechtbank. Op de dagvaarding staat vermeld waar en wanneer uw minderjarige en u als ouder(s) of voogd bij de kinderrechter moet verschijnen

 

Een minderjarige is in tegenstelling tot een meerderjarige verplicht om aan de oproep gehoor te geven en dus ter zitting bij de kinderrechter te verschijnen. De ouder(s) of voogd van de minderjarige krijgen/krijgt ook een oproeping en zijn/is ook verplicht om aanwezig te zijn. Als de opgeroepen ouders(s) of voogd niet verschijnen kan het zijn dat de kinderrechter de behandeling van de zaak aanhoud en een bevel medebrengen verleend voor de ouder(s).

 

Bij de dagvaarding zit de zogeheten tenlastelegging, waaruit volgt van welk strafbaar feit uw minderjarige wordt verdacht.

 

De zitting bij de kinderrechter verloopt op een aantal punten anders dan de zitting bij de politierechter of de meervoudige kamer van de rechtbank. Lees om meer te weten te komen over het verloop van de zitting bij de kinderrechter verder onder het kopje zitting bij de kinderrechter.

1: Opening van de zitting

 

De strafrechter opent de zitting en zal als eerste uw personalia/persoonsgegevens controleren om na te gaan of de juiste persoon aanwezig is tijdens de zitting. De rechter zal u ook vertellen dat u niet tot antwoorden verplicht bent, oftewel de zogeheten cautie verlenen, en aan u mededelen dat u goed dient te luisteren naar alles wat er wordt gezegd tijdens de zitting. Na de opening van de zitting krijgt de officier van justitie het woord.

 

2: Tenlastelegging

 

De officier van justitie is werkzaam voor het Openbaar Ministerie, een orgaan dat verantwoordelijk is voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten, en zal tijdens de zitting namens het Openbaar Ministerie het woord voeren. Na de opening van de zitting door de strafrechter zal de officier van justitie aan u mededelen van welk strafbare feit u wordt verdacht.

 

3: Onderzoek door de rechter

 

Nadat de officier van justitie heeft medegedeeld waarvan u wordt verdacht, zal de rechter aan u een aantal vragen stellen over het strafbare feit en ook over u als persoon en uw persoonlijke omstandigheden. Tevens mogen de officier van justitie en uw advocaat vragen aan u stellen over het strafbare feit en uw persoonlijke omstandigheden.

 

4: Requisitoir (het standpunt van het Openbaar Ministerie)

 

Na het onderzoek door de rechter krijgt de officier van justitie weer het woord en zal de officier van justitie aan de strafrechter mededelen of volgens het Openbaar Ministerie voldoende bewijs in het dossier aanwezig is en zo ja, welke straf het Openbaar Ministerie, rekening houdend met uw persoonlijke omstandigheden, daarvoor eist.

 

5: Pleidooi (het standpunt van de advocaat)

 

Na het requisitoir van de officier van justitie krijgt uw advocaat het woord en zal uw advocaat voor u de verdediging voeren, het zogenaamde pleidooi. Uw advocaat zal daar waar mogelijk voor een vrijspraak pleiten en anders voor een zo’n laag mogelijke straf.

 

6: Repliek en dupliek

 

De officier van justitie mag reageren op het pleidooi. De reactie van de officier van justitie heet repliek. Uw advocaat mag vervolgens reageren op de zogeheten repliek van de officier van justitie. Dit heet dupliek.

 

7: Laatste woord

 

U als verdachte krijgt altijd het laatste woord van de rechter.

 

8: Sluiting onderzoek en uitspraak of vonnis.

 

Na het laatste woord sluit de rechter de zitting. De rechter doet als hij de zaak alleen behandelt meestal meteen mondeling uitspraak. Indien de zaak door drie rechters, de zogeheten meervoudige kamer, wordt behandeld, volgt de uitspraak veertien dagen na de zitting. De uitspraak in het strafrecht wordt een vonnis genoemd.

Het vonnis van de strafrechter beschrijft wat de strafrechter van de zaak vindt en indien de strafrechter vindt dat u hiervoor een straf dient te krijgen, welke straf u van de strafrechter krijgt. De strafrechter kan u onder andere de volgende straffen en maatregelen opleggen:

 

– Gevangenisstraf

– Taakstraf

– Geldboete

– TBS

– Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis

– Onttrekking aan het verkeer

– Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel

– Schadevergoedingsmaatregel

Als u het niet eens bent met het vonnis van de strafrechter dan kunt u hiertegen bijna altijd in hoger beroep. Het hoger beroep moet binnen veertien dagen na de uitspraak worden ingesteld. De strafrechter in hoger beroep bekijkt uw hele zaak opnieuw. De rechters in hoger beroep heten raadsheren. Namens het Openbaar Ministerie treedt de advocaat-generaal op in hoger beroep. De uitspraak in hoger beroep heet een arrest. Het hoger beroep wordt behandeld bij het gerechtshof.

 

Indien u het niet eens bent met het arrest van het gerechtshof bestaat de mogelijkheid om in cassatie te gaan. U legt het arrest van het gerechtshof dan voor aan de Hoge Raad. De Hoge Raad is het hoogste rechtscollege in strafzaken in Nederland. De Hoge Raad zal bekijken of het recht in uw strafzaak op de juiste wijze is toegepast. Ook in cassatieprocedures kunnen wij u bijstaan.

Indien u als verdachte in een strafzaak bent vrijgesproken of als uw strafzaak is geseponeerd, heeft u als verdachte in de meeste gevallen recht op een schadevergoeding. De kosten die onder andere voor vergoeding in aanmerking komen zijn:

 

– De kosten van uw advocaat

– Reis- en verblijfkosten als gevolg van het onderzoek en de behandeling van de zaak

– Vergoeding voor de schade die u heeft geleden als gevolg van tijdsverzuim door de vervolging en de behandeling van de zaak 

– Vergoeding voor de dagen die u in voorarrest heeft doorgebracht

 

U heeft als verdachte in beginsel recht op een vergoeding van €130,- per dag voor iedere dag dat u verblijft in een politiecel en op een vergoeding van €100,- per dag voor iedere dag dat u verblijft in een huis van bewaring als u bent vrijgesproken of uw zaak is geseponeerd. U heeft als verdachte pas recht op een vergoeding nadat u in verzekering bent gesteld en het recht op vergoeding eindigt op de dag van de invrijheidstelling.

 

Ook als u niet bent vrijgesproken en uw zaak niet is geseponeerd, kunt u in sommige gevallen toch nog aanspraak maken op een vergoeding van de schade als gevolg van de ondergane inverzekeringstelling, klinische observatie of voorlopige hechtenis. U heeft namelijk ook recht op een schadevergoeding als u enkel bent veroordeeld voor een feit, waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegestaan.

 

Wilt u graag een verzoek tot schadevergoeding indienen? Onze advocaten kunnen samen met u bekijken welke onkosten en schadeposten kunnen worden opgevoerd in het schadeverzoek en kunnen voor indiening van het schadeverzoek zorgdragen. Het schadeverzoek dient binnen drie maanden na het eindigen van de zaak te zijn ingediend. Het is daarom van belang dat u zo snel mogelijk na het beëindigen van uw zaak contact opneemt, zodat als nog bepaalde bewijsstukken moeten worden verzameld daarvoor voldoende tijd is.

Scroll naar boven